ECLI:NL:CRVB:2017:395
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van het college om aanvraag buiten behandeling te stellen op grond van onvoldoende gegevens
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 januari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De appellant, die een uitkering ontving op basis van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004), had zijn aanvraag om bijstand op grond van de Wet werk en bijstand ingediend. Het college van burgemeester en wethouders van Almere had de aanvraag buiten behandeling gesteld omdat de appellant niet de gevraagde gegevens met betrekking tot de verkoop van zijn bedrijf had overgelegd. De Raad heeft vastgesteld dat het college bevoegd was om de aanvraag buiten behandeling te stellen op basis van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De appellant had niet voldaan aan de verzoeken om aanvullende informatie, ondanks herhaaldelijke verzoeken van het college. De Raad oordeelde dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij redelijkerwijs niet in staat was om de gevraagde gegevens binnen de gestelde termijn te verstrekken. De beroepsgronden van de appellant werden verworpen, en de Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij het beroep van de appellant ongegrond werd verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig verstrekken van relevante gegevens bij aanvragen om bijstand.