ECLI:NL:CRVB:2017:3906
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet-betaling griffierecht
Op 24 oktober 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een verzetprocedure. Appellante had verzet aangetekend tegen een eerdere uitspraak waarin haar hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. In het verzetschrift stelde appellante dat zij het griffierecht per aangetekende brief contant had betaald en vroeg om een nieuwe acceptgiro. De Raad oordeelde echter dat appellante in verzet geen feiten of omstandigheden had aangevoerd die erop wezen dat zij niet in verzuim was geweest. De Raad ontving geen bewijs van de aangetekende verzending van het griffierecht en concludeerde dat het wettelijke stelsel geen ruimte bood voor het verlenen van een nieuwe termijn voor de betaling van het griffierecht. De Centrale Raad van Beroep verklaarde het verzet ongegrond en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan in een openbare zitting, waarbij niemand ter zitting was verschenen.