ECLI:NL:CRVB:2017:3903
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet ongegrond in bestuursrechtelijke procedure tegen niet-ontvankelijk verklaring hoger beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 oktober 2017 uitspraak gedaan in het verzet van appellante tegen een eerdere beslissing. De appellante had in hoger beroep een niet-ontvankelijk verklaring ontvangen omdat het griffierecht niet was betaald. In het verzet heeft appellante geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat zij niet in verzuim was. De Raad heeft vastgesteld dat er ook anderszins geen aanwijzingen waren dat de appellante niet in verzuim was. Hierdoor werd het verzet ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, waarbij de griffier N.L. Kuipers aanwezig was. Ter zitting is niemand verschenen, en de Raad heeft geen aanleiding gezien om de proceskosten van het verzet te veroordelen. De uitspraak is vastgelegd in een proces-verbaal, conform de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht.