ECLI:NL:CRVB:2017:3899
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzet wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedure
In de zaak met nummer 14/808 WAO-V heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 oktober 2017 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van het verzet van de appellant. De appellant, woonachtig in Turkije, had verzet aangetekend tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 11 oktober 2013. De Raad heeft vastgesteld dat het verzetschrift niet tijdig is ingediend en dat de appellant geen verklaring heeft gegeven voor deze termijnoverschrijding. Bovendien zijn er geen feiten of omstandigheden gebleken die de termijnoverschrijding verschoonbaar maken.
De uitspraak is gedaan in het kader van de Algemene wet bestuursrecht, waarbij de Raad het hoger beroep van de appellant tegen de eerdere uitspraak niet-ontvankelijk heeft verklaard. De griffier van de zitting was N.L. Kuipers, en er is niemand verschenen ter zitting. De Raad heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De beslissing is vastgelegd in een proces-verbaal, ondertekend door de griffier en de voorzitter van de kamer.