ECLI:NL:CRVB:2017:3839
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Herziening AIO-aanvulling na overlijden echtgenoot en melding bedrijfsnabestaandenpensioen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin de rechtbank het beroep tegen het besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) ongegrond heeft verklaard. Appellante ontvangt sinds januari 2012 een ouderdomspensioen en een aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling). Na het overlijden van haar echtgenoot in december 2011 heeft zij een bedrijfsnabestaandenpensioen ontvangen van Nationale Nederlanden, maar heeft dit niet tijdig aan de Svb gemeld. De Svb heeft daarop de AIO-aanvulling herzien en verlaagd, omdat appellante de wijziging niet of niet tijdig heeft doorgegeven. Appellante stelt dat zij haar inlichtingenverplichting niet heeft geschonden, omdat de Svb op de hoogte had moeten zijn van de situatie na het overlijden van haar echtgenoot.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante wel degelijk haar inlichtingenverplichting heeft geschonden door het bedrijfsnabestaandenpensioen niet te melden. De Raad stelt vast dat appellante redelijkerwijs had moeten begrijpen dat het ontvangen van dit pensioen invloed had op haar recht op AIO-aanvulling. De Raad bevestigt dat de Svb niet op de hoogte hoefde te zijn van de contractuele voorwaarden van Nationale Nederlanden en dat appellante niet kan volstaan met het melden van het overlijden van haar echtgenoot zonder ook het ontvangen van het pensioen te melden. De Raad komt tot de conclusie dat het hoger beroep van appellante niet slaagt en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.