ECLI:NL:CRVB:2017:3789
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen met opdracht tot nieuwe beoordeling
In deze zaak heeft appellante, die bijstand ontvangt op basis van de Participatiewet, een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen ter waarde van € 3.000,-. Het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel heeft deze aanvraag afgewezen, omdat appellante niet had aangetoond dat zij geen gebruik kon maken van een voorliggende voorziening, in dit geval een lening bij de kredietbank. De rechtbank heeft het beroep tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, waarna appellante in hoger beroep is gegaan.
Tijdens de zitting heeft appellante een besluit van de kredietbank overgelegd waaruit blijkt dat zij een lening van € 1.750,- is toegekend voor de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen. De Raad heeft geoordeeld dat deze lening een voorliggende voorziening was, maar appellante heeft aangevoerd dat deze lening niet passend was gezien haar hoge maandlasten en haar wens om geen nieuwe schulden aan te gaan. De Raad heeft vastgesteld dat appellante niet voldoende heeft aangetoond dat de lening niet passend was en dat het college terecht had geoordeeld dat voor de kosten tot € 1.750,- een passende voorliggende voorziening aanwezig was.
Echter, voor de resterende kosten van € 1.250,- was er geen voorliggende voorziening en daarom heeft de Raad het hoger beroep gegrond verklaard. De aangevallen uitspraak is vernietigd en het college is opgedragen om opnieuw te beslissen op het bezwaar tegen de afwijzing van de aanvraag voor bijzondere bijstand voor de kosten van de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen tot dit bedrag. Tevens is het college veroordeeld in de proceskosten van appellante, die zijn begroot op € 1.980,-.