ECLI:NL:CRVB:2017:3717
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag wegens onduidelijke financiële situatie en onvoldoende informatieverstrekking
In deze zaak heeft appellant op 12 augustus 2015 een aanvraag om bijstand ingevolge de Participatiewet (PW) ingediend, met ingang van 10 augustus 2015. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft de aanvraag afgewezen op 18 november 2015, omdat appellant onvoldoende inlichtingen heeft verstrekt over zijn financiële situatie. Dit besluit is na bezwaar gehandhaafd. De rechtbank Rotterdam heeft in haar uitspraak van 19 oktober 2016 het beroep van appellant gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand gelaten, omdat appellant voldoende gelegenheid had gehad om zijn standpunt naar voren te brengen.
In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat uit zijn bankafschriften voldoende blijkt dat hij recht heeft op bijstand en dat de rechtbank de zaak had moeten terugverwijzen naar het college. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat de gronden van appellant in hoger beroep een herhaling zijn van wat eerder in beroep is aangevoerd. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en vastgesteld dat appellant niet heeft voldaan aan zijn inlichtingenverplichting, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.