ECLI:NL:CRVB:2017:3600
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aanvraag bijstandsverlening en ingangsdatum bijstandsuitkering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit van het college van burgemeester en wethouders van Ridderkerk ongegrond heeft verklaard. Appellant ontving een uitkering op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) en had een aanvraag voor aanvullende bijstand ingediend op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). De aanvraag werd afgewezen omdat appellant al de maximale toeslag ontving en er geen bijzondere omstandigheden waren die een eerdere ingangsdatum van de bijstand rechtvaardigden. De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de intrekking van de aanvraag door appellant onder druk en zijn medische situatie. De Raad concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat de bijstand met terugwerkende kracht wordt toegekend. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellant af.