ECLI:NL:CRVB:2017:3598
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bijzondere bijstand voor woninginrichting en studiekosten; beoordeling van noodzakelijkheid en bijzondere omstandigheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 oktober 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant, die een uitkering ontvangt op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) en bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had bijzondere bijstand aangevraagd voor de kosten van een televisietoestel, bankstel, laptop en printer. Het college van burgemeester en wethouders van Ridderkerk heeft deze aanvragen afgewezen, omdat er volgens hen geen sprake was van bijzondere omstandigheden die de kosten noodzakelijk maakten. De rechtbank heeft de beroepen van de appellant tegen deze afwijzingen ongegrond verklaard.
De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de kosten voor de televisie en het bankstel zich wel voordoen, maar dat de appellant niet heeft aangetoond dat hij niet in staat was om voor deze kosten te reserveren. De Raad oordeelt dat het ontbreken van reserveringsruimte door schulden geen bijzondere omstandigheid is die recht geeft op bijzondere bijstand. Voor de laptop en printer geldt dat de appellant niet heeft kunnen onderbouwen dat deze noodzakelijk zijn voor zijn re-integratie, en dat hij gebruik kan maken van de faciliteiten van openbare instellingen. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van de appellant af.