ECLI:NL:CRVB:2017:3446
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.R. Docter
- M.S.E.S. Umans
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake niet-ontvankelijkheid bezwaar en verzoek om schadevergoeding na verhuizing
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel, waarin het bezwaar van appellante tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Zwolle niet-ontvankelijk werd verklaard. Appellante had een maatwerkvoorziening voor huishoudelijke hulp aangevraagd, maar na haar verhuizing naar een andere gemeente was het college van mening dat er geen procesbelang meer was. De rechtbank heeft deze beslissing bevestigd, waarbij werd gesteld dat appellante geen schade had geleden die verband hield met het besluit van het college.
Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat zij meer hulp nodig had dan was toegekend en dat zij schade had geleden doordat zij haar zussen moest inschakelen voor huishoudelijk werk. De Raad voor de Rechtspraak heeft echter geoordeeld dat appellante onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar schadeclaim en dat haar verzoek om schadevergoeding niet concreet was onderbouwd. De Raad onderschrijft het oordeel van de rechtbank dat het college het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat appellante geen procesbelang had bij een inhoudelijke beoordeling van haar bezwaarschrift.
De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak moet worden bevestigd. Het verzoek om schadevergoeding is afgewezen, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door N.R. Docter, met M.S.E.S. Umans als griffier, en is openbaar uitgesproken op 27 september 2017.