ECLI:NL:CRVB:2017:3411
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W.H. Bel
- J.T.H. Zimmerman
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens schending van de inlichtingenverplichting met betrekking tot buitenlandse reizen en vermogen
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstandsuitkeringen aan appellanten, die sinds 11 januari 2006 bijstand ontvingen op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Naar aanleiding van meldingen van de Koninklijke Marechaussee over mogelijke betrokkenheid van appellant bij mensensmokkel en het bezit van onroerend goed in Syrië, heeft de Sociale Recherche van de gemeente Delft een onderzoek ingesteld. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat appellanten de inlichtingenverplichting hebben geschonden door niet te melden dat appellant regelmatig naar het buitenland reisde en beschikte over vermogen in de vorm van een woning in Syrië, contant geld en sieraden. Het college van burgemeester en wethouders van Midden Delfland heeft daarop besloten de bijstand per 1 januari 2013 in te trekken en de gemaakte kosten van bijstand terug te vorderen, wat door de rechtbank werd bevestigd.
In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de zaak beoordeeld. De Raad oordeelt dat appellanten inderdaad de inlichtingenverplichting hebben geschonden, aangezien zij niet hebben gemeld dat zij regelmatig naar het buitenland reisden en dat zij beschikten over vermogen. De Raad wijst erop dat de inlichtingenverplichting een objectieve verplichting is en dat appellanten niet hebben aangetoond dat zij niet op de hoogte waren van deze verplichting. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en stelt vast dat het college terecht de bijstand heeft ingetrokken en de kosten heeft teruggevorderd. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak.