ECLI:NL:CRVB:2017:3044
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- E.C.R. Schut
- J.H.M. van de Ven
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens verzwegen bankrekeningen
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstandsuitkeringen aan appellante, die bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel. Appellante had bij de aanvraag om bijstand geen melding gemaakt van drie bankrekeningen die op haar naam stonden, terwijl het saldo op deze rekeningen aanzienlijk boven de vermogensgrens lag. Het college van burgemeester en wethouders van Zwolle heeft daarop besloten de bijstand met terugwerkende kracht in te trekken en een bedrag van € 11.102,15 terug te vorderen. Daarnaast is er een boete van € 2.440,90 opgelegd wegens schending van de inlichtingenverplichting. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen deze besluiten ongegrond verklaard. In hoger beroep herhaalt appellante haar eerdere gronden, maar de Raad oordeelt dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld en bevestigt de uitspraak. De Raad stelt vast dat appellante niet heeft aangetoond dat zij niet vrijelijk over de bankrekeningen kon beschikken, en dat de opgelegde boete niet onterecht is.