ECLI:NL:CRVB:2017:3041
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- E.C.R. Schut
- J.H.M. van de Ven
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening op basis van niet gemelde buitenlandse bezittingen en bankrekening
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 september 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant had op 21 februari 2014 een aanvraag om bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand ingediend. Tijdens de behandeling van de aanvraag heeft het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden voorschotten verleend, maar na onderzoek naar de financiële situatie van de appellant, waaronder onroerend goed in Egypte, heeft het college de aanvraag afgewezen. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet heeft gemeld dat hij eigenaar was van een woning in Egypte en dat hij ook een bankrekening had die niet was opgegeven. De Raad concludeert dat de appellant niet de nodige openheid van zaken heeft gegeven, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen het besluit van het college ongegrond verklaard, en de Raad bevestigt deze uitspraak, met verbetering van gronden. De Raad heeft het college wel veroordeeld in de proceskosten van de appellant, die in totaal € 1.980,- bedragen.