ECLI:NL:CRVB:2017:3037
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- M. Hillen
- J.H.M. van de Ven
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag wegens onduidelijke woon- en financiële situatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 september 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant had een aanvraag voor bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) ingediend, maar deze was door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat de appellant onvoldoende duidelijkheid had verschaft over zijn woon- en financiële situatie. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant sinds 17 december 2009 ingeschreven stond op een adres waar hij uiteindelijk niet meer woonde. Hij was op 22 januari 2014 uitgeschreven uit de basisregistratie personen met de vermelding 'vertrokken naar onbekend'. Ondanks herhaalde verzoeken van het college om nadere informatie over zijn woon- en financiële situatie, heeft de appellant niet de benodigde gegevens verstrekt. De rechtbank had in haar eerdere uitspraak geoordeeld dat de appellant de inlichtingenverplichting had geschonden, en deze uitspraak is door de Centrale Raad van Beroep bevestigd. De Raad concludeerde dat de appellant niet had voldaan aan de op hem rustende bewijslast en dat het college de aanvraag om bijstand terecht had afgewezen. De uitspraak van de rechtbank werd dan ook bekrachtigd, en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.