ECLI:NL:CRVB:2017:2968
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 augustus 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De rechtbank had op 27 augustus 2015 in de zaak met nummer 14/7013 een beslissing genomen, waartegen de appellant hoger beroep had ingesteld. Echter, de Raad verklaarde het hoger beroep op 10 januari 2017 niet-ontvankelijk, omdat de appellant binnen de gestelde termijn geen gronden had ingediend. De appellant heeft vervolgens verzet aangetekend tegen deze niet-ontvankelijk verklaring.
Het verzet werd behandeld op een zitting op 18 juli 2017, maar beide partijen waren niet verschenen. De Raad overwoog dat de eerdere uitspraak van 10 januari 2017 correct was, aangezien er geen nieuwe argumenten of gronden waren aangedragen door de appellant die de onjuistheid van die uitspraak konden aantonen. De Raad concludeerde dat het verzet ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier D.W.M. Kaldenhoven, en werd openbaar uitgesproken op de datum van de uitspraak.