ECLI:NL:CRVB:2017:2620
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzet wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedure
Op 18 juli 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 16/5085 ANW-V. Deze uitspraak betreft een verzet dat door de appellante is ingediend tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 24 mei 2016. De Centrale Raad heeft vastgesteld dat het verzetschrift niet tijdig is ingediend en dat de appellante geen verklaring heeft gegeven voor deze termijnoverschrijding. De Raad heeft ook geen feiten of omstandigheden kunnen vaststellen die zouden kunnen leiden tot het oordeel dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is.
De zitting vond plaats zonder dat de appellante of haar vertegenwoordiger aanwezig was. De Centrale Raad heeft in haar beslissing aangegeven dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer, waarbij T.G.M. Simons als voorzitter fungeerde en D.W.M. Kaldenhoven als griffier optrad. De uitspraak is openbaar gemaakt op 28 juli 2017 en is te vinden op Rechtspraak.nl onder het ECLI-nummer NL:CRVB:2017:2620.
De Centrale Raad van Beroep heeft in deze zaak de procedurele regels van de Algemene wet bestuursrecht toegepast, met name de artikelen die betrekking hebben op de indieningstermijnen van verzetschriften. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening en de gevolgen van termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedures.