ECLI:NL:CRVB:2017:2618

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
18 juli 2017
Publicatiedatum
28 juli 2017
Zaaknummer
16/4701 AOW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkverklaring hoger beroep wegens niet-betaling griffierecht en te late indiening hoger beroepschrift

Op 18 juli 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 16/4701 AOW-V. Deze uitspraak betreft een verzet tegen een eerdere beslissing waarbij het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk was verklaard. De reden voor deze niet-ontvankelijkverklaring was dat het griffierecht niet was betaald en het hoger beroepschrift niet tijdig was ingediend. De appellant, woonachtig in Marokko, had in verzet aangevoerd dat hij het griffierecht binnen de gestelde termijn had betaald en het hoger beroepschrift tijdig had ingediend. Echter, de Raad oordeelde dat de appellant deze stellingen niet had onderbouwd met bewijsstukken.

De zitting vond plaats zonder dat de appellant aanwezig was. De Centrale Raad van Beroep heeft het verzet ongegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere beslissing in stand blijft. De Raad heeft geen aanleiding gezien om de proceskosten van het verzet te veroordelen. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer, onder leiding van voorzitter T.G.M. Simons, met D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De uitspraak is gepubliceerd op 31 juli 2017 en is toegankelijk via rechtspraak.nl.

Uitspraak

Datum uitspraak: 18 juli 2017
16/4701 AOW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 18 mei 2016, 15/7010 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] , Marokko (appellant)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank
Zitting heeft: T.G.M. Simons
Griffier: D.W.M. Kaldenhoven
Ter zitting is niemand verschenen

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Bij uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht van 25 november 2016 heeft de Raad het hoger beroep van appellant tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet is betaald en het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend.
De Raad is van oordeel dat appellant in verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat hij niet in verzuim is geweest. Appellant heeft zijn stelling dat hij het griffierecht binnen de gestelde termijn heeft betaald en het hogerberoepschrift binnen de gestelde termijn heeft ingediend niet met stukken onderbouwd.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier. De voorzitter.
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven (getekend) T.G.M. Simons

KP