ECLI:NL:CRVB:2017:2575
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen afwijzing beroep op betalingsonmacht in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 juli 2017 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van 4 mei 2016. Appellant had hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van de rechtbank Gelderland, maar zijn beroep was niet-ontvankelijk verklaard omdat hij het verschuldigde griffierecht van € 123,- niet tijdig had betaald. Appellant heeft verzet aangetekend, maar de Raad heeft vastgesteld dat de argumenten in het verzet uitsluitend betrekking hebben op de juistheid van de eerdere uitspraak en niet op de afwijzing van het beroep op betalingsonmacht. De Raad heeft eerder geoordeeld dat appellant niet voldeed aan de criteria voor betalingsonmacht, en deze conclusie is niet bestreden in het verzet. De Raad heeft daarom opnieuw vastgesteld dat het beroep op betalingsonmacht terecht is afgewezen en dat appellant gehouden was het griffierecht te betalen. Aangezien appellant dit niet heeft gedaan, is het verzet ongegrond verklaard. Appellant had verzocht om uitstel van de zitting, maar dit verzoek is afgewezen omdat hij geen relevante argumenten had aangedragen. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet.