ECLI:NL:CRVB:2017:2501
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W.H. Bel
- J.T.H. Zimmerman
- C.J. Borman
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van bijstand op grond van medische geschiktheid voor uit Rijks kas bekostigde opleiding
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de bijstandsverlening aan appellant door het college van burgemeester en wethouders van Pijnacker-Nootdorp. Appellant, geboren op 24 juli 1989, had zich op 11 september 2013 gemeld voor bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Na een eerdere VMBO koksopleiding, die hij niet had afgemaakt door letsel aan zijn pols, werd hem bijstand toegekend. Echter, per 1 februari 2014 werd de bijstand beëindigd omdat appellant in staat werd geacht om een uit Rijks kas bekostigde opleiding te volgen. Het college stelde dat appellant per 1 september 2014 recht had op bijstand, maar dit werd later ingetrokken omdat hij zich had aangemeld voor een andere opleiding.
Appellant maakte bezwaar tegen de beëindiging van zijn bijstand, met de stelling dat hij door zijn letsel niet in staat was om de opleiding te volgen. Het college verklaarde het bezwaar ongegrond, met als argument dat appellant niet had aangetoond dat hij niet in staat was om een opleiding te volgen. De rechtbank Den Haag bevestigde deze beslissing in een eerdere uitspraak.
In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de zaak beoordeeld. De Raad oordeelde dat het college terecht had gehandeld door de bijstand te beëindigen, omdat appellant niet had aangetoond dat hij door medische redenen niet in staat was om een uit Rijks kas bekostigde opleiding te volgen. De Raad concludeerde dat de medische informatie die appellant had overgelegd niet voldoende was om zijn standpunt te onderbouwen. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het hoger beroep van appellant werd afgewezen.