Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 juli 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De appellant had op 27 maart 2015 een aanvraag om bijstand ingevolge de Participatiewet (PW) ingediend, waarbij hij als verblijfadres een pension-/kamerverhuuradres had opgegeven. De sociale recherche van de gemeente Venlo heeft echter onderzoek gedaan naar de woonsituatie van de appellant, omdat er twijfels bestonden over de juistheid van het opgegeven adres. Tijdens het onderzoek bleek dat de appellant niet op het opgegeven adres woonde, wat leidde tot de afwijzing van zijn aanvraag door het college van burgemeester en wethouders van Venlo.
De rechtbank Limburg verklaarde het beroep van de appellant tegen het afwijzingsbesluit ongegrond. In hoger beroep heeft de appellant betoogd dat het college onvoldoende onderzoek heeft verricht en dat hij wel degelijk op het opgegeven adres verbleef. De Raad heeft echter geoordeeld dat de appellant niet de nodige duidelijkheid heeft verschaft over zijn woonsituatie en dat hij zijn inlichtingenverplichting heeft geschonden. De Raad concludeert dat het college terecht de aanvraag om bijstand heeft afgewezen, omdat het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.