In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die op 13 september 2016 het beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam ongegrond verklaarde. Appellant had op 6 oktober 2015 een aanvraag ingediend op grond van de Participatiewet (PW), maar het college heeft deze aanvraag op 29 oktober 2015 buiten behandeling gesteld omdat appellant geen bank- en financiële gegevens kon overleggen. Appellant, die zich in een moeilijke situatie bevond en dakloos was, stelde dat hij niet in staat was om de gevraagde gegevens te verstrekken, omdat de bank geen informatie kon geven en de Belastingdienst geen gegevens over zijn bedrijf had. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college bevoegd was om de aanvraag buiten behandeling te stellen, omdat appellant niet de benodigde informatie had verstrekt. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep af.