ECLI:NL:CRVB:2017:2319
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake beëindiging bijstandsverlening en verzoek om schadevergoeding
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, die op 27 juli 2016 uitspraak deed in een geschil over de beëindiging van de bijstandsverlening door het college van burgemeester en wethouders van Dongeradeel. Appellante ontving bijstand van 18 oktober 2000 tot 17 mei 2015, maar deze werd beëindigd omdat zij recht had op een ouderdomspensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet. Het college had appellante verzocht om bepaalde financiële documenten te overleggen, maar zij voldeed niet aan dit verzoek binnen de gestelde termijn. Het college verklaarde het bezwaar van appellante tegen het verzoek niet-ontvankelijk, omdat het verzoek niet op rechtsgevolg was gericht.
De rechtbank oordeelde dat het besluit van het college om het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren terecht was, omdat het verzoek van het college als een voorbereidingsbesluit moest worden aangemerkt. Appellante was niet rechtstreeks in haar belang getroffen door dit besluit, en de rechtbank bevestigde dat het college het bezwaar terecht niet-ontvankelijk had verklaard. In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de uitspraak van de rechtbank bevestigd en het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door R.H.M. Roelofs, in tegenwoordigheid van griffier J.M.M. van Dalen, op 27 juni 2017.