ECLI:NL:CRVB:2017:2160
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van wettelijke rente en kostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure inzake bijstandsverlening
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, die hem bijstand had verleend op basis van de Wet Werk en Bijstand (WWB). De appellant verzocht om schadevergoeding in de vorm van wettelijke rente over een bedrag dat het college na zou moeten betalen, maar het college had dit verzoek afgewezen. De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de appellant geen recht had op bijstand, omdat deze later was ingetrokken. Hierdoor was er ook geen recht op nabetaling en dus geen wettelijke rente verschuldigd.
Daarnaast ging de Raad in op de kostenvergoeding voor bezwaar. De appellant had zelf de proceshandelingen verricht en er was geen sprake van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De kosten die de appellant had gemaakt voor printen, kopiëren en advies werden niet vergoed, omdat deze niet onder de vergoedingsmogelijkheden van het Besluit proceskosten bestuursrecht vallen.
De Raad concludeerde dat er geen onrechtmatig besluit was dat in verband stond met de door de appellant gestelde schade. De rechtbank had zich terecht onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het verzoek om schadevergoeding. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak en wees de verzoeken van de appellant af.