ECLI:NL:CRVB:2017:201
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Weigering van toekenning op grond van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 januari 2017 uitspraak gedaan in het geding tussen appellant en de Pensioen- en Uitkeringsraad. Appellant heeft beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn aanvraag om toekenning op grond van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Wuv). De aanvraag was eerder afgewezen op basis van het ontbreken van ziekten of gebreken die verband houden met het overlijden van zijn vader. Appellant, geboren in 1941 in het voormalig Nederlands-Indië, heeft meerdere keren geprobeerd om een uitkering te verkrijgen, maar telkens zonder succes. De Raad heeft vastgesteld dat er geen nieuwe feiten of gegevens zijn die tot een andere beslissing zouden moeten leiden. De weigering van verweerder om appellant met de vervolgde gelijk te stellen is in overeenstemming met adviezen van geneeskundig adviseurs, die concludeerden dat de psychische klachten van appellant niet direct te relateren zijn aan het omkomen van zijn vader. De Raad heeft het bestreden besluit dan ook in stand gehouden en het beroep ongegrond verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.