ECLI:NL:CRVB:2017:1945
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het recht op ziekengeld na eerstejaars ZW-beoordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van het recht op ziekengeld van appellant, die ziek was geworden door psychische klachten. Appellant ontving ziekengeld op basis van de Ziektewet (ZW) na zijn ziekmelding op 16 september 2013. Het Uwv heeft vastgesteld dat appellant met ingang van 10 november 2014 geen recht meer had op ziekengeld, omdat hij meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kon verdienen. Dit besluit was gebaseerd op een eerstejaars ZW-beoordeling, waarbij een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige betrokken waren. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat hij nog niet hersteld is en dat zijn klachten aanhouden. Hij verzocht om de benoeming van een deskundige. Het Uwv heeft echter bevestigd dat de eerdere uitspraak van de rechtbank moet worden gehandhaafd. De Raad heeft de medische grondslag van het bestreden besluit beoordeeld en geconcludeerd dat de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige voldoende gemotiveerd hebben dat appellant in staat is om te werken, ondanks zijn beperkingen. De Raad heeft vastgesteld dat er geen aanleiding is voor twijfel aan de vastgestelde belastbaarheid van appellant en dat de medische informatie die in hoger beroep is overgelegd geen nieuwe gezichtspunten biedt.
De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank gevolgd en geconcludeerd dat het hoger beroep van appellant niet slaagt. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.