ECLI:NL:CRVB:2017:1944
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van ziekengeld na zorgvuldig medisch onderzoek en beoordeling van arbeidsmogelijkheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Appellante, die als fietsenmaakster werkte, had zich op 15 december 2014 ziek gemeld met lichamelijke en psychische klachten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had vastgesteld dat zij per 24 februari 2015 geen recht meer had op ziekengeld, wat door appellante werd bestreden. De rechtbank verklaarde het beroep van appellante ongegrond, waarbij zij oordeelde dat de verzekeringsarts voldoende informatie had om tot zijn conclusie te komen.
In hoger beroep herhaalde appellante haar standpunt dat het Uwv haar klachten had onderschat en dat er onvoldoende rekening was gehouden met haar medische situatie, waaronder de diagnose multiple sclerose (MS). De Raad oordeelde echter dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen aanknopingspunten waren voor twijfel aan de conclusies van de verzekeringsarts. De Raad bevestigde dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende informatie had en dat de door appellante aangevoerde klachten niet voldoende waren om het standpunt van het Uwv te weerleggen.
De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten, en de uitspraak werd openbaar gedaan.