ECLI:NL:CRVB:2017:1853
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van AOW-pensioen op basis van woon- en leefsituatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de herziening van het AOW-pensioen van appellante, die in Italië woont. Appellante ontving vanaf 1 januari 2009 een volledig AOW-pensioen naar de norm voor een ongehuwde, maar de Sociale Verzekeringsbank (Svb) heeft haar pensioen herzien naar 40% van het maximale bedrag voor een gehuwde. Dit besluit was gebaseerd op een anonieme melding en daaropvolgend onderzoek naar haar woon- en leefsituatie. De Svb heeft vastgesteld dat appellante feitelijk al meer dan veertig jaar in Italië woont en daar een hotel runt, terwijl zij in Nederland ingeschreven staat.
De rechtbank Amsterdam had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, en in hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de bevindingen van de Svb bevestigd. De Raad oordeelde dat appellante niet voldoende bewijs heeft geleverd dat haar woonplaats in overeenstemming was met het door haar opgegeven adres in Nederland. De Svb had de verantwoordelijkheid om aan te tonen dat de herziening van het pensioen gerechtvaardigd was, en de Raad concludeerde dat de Svb hierin geslaagd was. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het hoger beroep van appellante werd afgewezen.
De Centrale Raad van Beroep benadrukte dat appellante niet in staat was om objectief bewijs te leveren voor haar stelling dat zij recht had op een AOW-pensioen naar de norm voor een ongehuwde. De Raad concludeerde dat de Svb op goede gronden het AOW-pensioen had herzien en dat appellante niet kon aantonen dat zij in Nederland woonde tijdens de relevante periode. De beslissing van de Svb om het AOW-pensioen te herzien en terug te vorderen werd daarmee bevestigd.