Uitspraak
OVERWEGINGEN
a. de reis- en verblijfkosten;
b. transportkosten;
c. overige kosten.
BESLISSING
- bepaalt dat van appellant een griffierecht van € 503,- wordt geheven;
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vergoeding van verhuiskosten en transportkosten voor een ambtenaar. De betrokkene, vertegenwoordigd door mr. K.A.M. Korssen-van der Ruijt, had eerder verzocht om een tegemoetkoming in de verhuiskosten en om vergoeding van de transportkosten van de inboedel. De Raad oordeelde dat, hoewel de betrokkene geen bewijsstukken had overgelegd voor de overige kosten, dit niet vereist was om in aanmerking te komen voor vergoeding. De Raad benadrukte dat de goedkeuring van de verzoeken om verhuiskostenvergoeding ook de overige kosten omvatte, zoals bepaald in artikel 12 van het Verplaatsingskostenbesluit defensie (VBD). De rechtbank had eerder het beroep van de betrokkene gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, wat de Raad bevestigde. De Raad oordeelde dat de betrokkene recht had op vergoeding van zowel de transportkosten als de overige kosten, en dat de appellant, de Directeur Defensie Materieel Organisatie, in zijn argumentatie niet kon volhouden dat er geen recht op vergoeding was. De Raad veroordeelde de appellant in de proceskosten van de betrokkene tot een bedrag van € 990,-.