Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit van 12 juni 2014 ongegrond;
- vernietigt het nader besluit van 18 februari 2016.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de rechtspositie van een ambtenaar binnen de politie, die in verband met een posttraumatische stressstoornis een functie met een lagere salarisschaal is gaan vervullen. De appellant, de korpschef van politie, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, die het beroep van de ambtenaar gegrond had verklaard en het bestreden besluit had vernietigd. De Raad oordeelde dat de rechtbank ten onrechte had aangenomen dat er geen besluit tot het vaststellen van de uitgangspositie van de ambtenaar was genomen. De Raad stelde vast dat er wel degelijk besluiten waren genomen over de uitgangspositie van de ambtenaar en dat de rechtbank dit niet had onderkend. De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak en verklaarde het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond. De Raad concludeerde dat de appellant zich in redelijkheid op het standpunt had kunnen stellen dat de omstandigheden van de ambtenaar geen onbillijkheid van overwegende aard opleverden en dat er geen bijzondere situatie was die niet door de regelgever was voorzien. De Raad benadrukte dat de rechtspositie van de ambtenaar, zoals vastgelegd in de regelgeving, gewaarborgd blijft, ook na de invoering van de LFNP-regeling.