ECLI:NL:CRVB:2017:1669
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de PAS-regeling en de afspraken tussen appellant en de staatssecretaris
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De appellant, werkzaam bij de Belastingdienst, maakte gebruik van de Partiële Arbeidsparticipatie voor Senioren (PAS-regeling) en had een verzoek ingediend voor eervol ontslag met behoud van bezoldiging. De staatssecretaris van Financiën had de beëindiging van de PAS-regeling per 1 september 2014 ongedaan gemaakt, maar dit leidde tot een geschil over de afspraken die hierover waren gemaakt. De rechtbank had eerder geoordeeld dat er voldoende bewijs was voor de mondelinge afspraak tussen de staatssecretaris en de appellant dat de deelname aan de PAS-regeling niet zou worden stopgezet tijdens het buitengewoon verlof. De Centrale Raad van Beroep onderschreef dit oordeel en concludeerde dat er geen aanknopingspunten waren voor een andere interpretatie van de afspraken. Het hoger beroep van de appellant werd dan ook afgewezen en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.