ECLI:NL:CRVB:2017:1564
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsuitkering wegens onvoldoende informatie over woon- en leefsituatie
In deze zaak heeft appellante op 23 september 2014 een aanvraag om bijstand ingediend op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Appellante gaf aan te wonen op een bepaald adres in Amsterdam, maar na onderzoek door de Dienst Werk en Inkomen (DWI) bleek dat zij daar niet meer woonde. De DWI voerde een onderzoek uit naar de juistheid van de verstrekte gegevens en concludeerde dat appellante onvoldoende informatie had gegeven over haar woon- en leefsituatie. Op 16 oktober 2014 werd de aanvraag afgewezen, en het college vorderde een eerder verstrekt voorschot terug. De rechtbank Amsterdam verklaarde de beroepen tegen deze besluiten ongegrond. Appellante ging in hoger beroep, maar de Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat appellante niet voldoende duidelijkheid had verschaft over haar verblijfplaats, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De Raad benadrukte dat de bewijslast bij de aanvrager ligt en dat het college recht had om de aanvraag af te wijzen op basis van de onduidelijkheid over de woon- en leefsituatie.