ECLI:NL:CRVB:2017:1101
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.E.V. Lenos
- A.M.C. de Vries
- Rechtspraak.nl
Recht op enkelvoudige kinderbijslag op grond van de AKW en de voorwaarden voor dubbele kinderbijslag
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 maart 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over het recht op kinderbijslag voor een appellant wiens dochter gehandicapt was. De appellant had in 2015 een aanvraag ingediend voor dubbele kinderbijslag op basis van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW), maar de Sociale Verzekeringsbank (Svb) had dit verzoek afgewezen. De Svb stelde dat de appellant recht had op enkelvoudige kinderbijslag, maar dat er geen recht op dubbele kinderbijslag bestond omdat er geen aanvraag voor was ingediend. De rechtbank Amsterdam had het beroep van de appellant ongegrond verklaard, waarna de appellant in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de Svb terecht had vastgesteld dat de appellant enkelvoudige kinderbijslag ontving, maar dat de melding van de handicap van de dochter niet als een aanvraag voor dubbele kinderbijslag kon worden opgevat. De Raad benadrukte dat de wetgeving vereist dat er een expliciete aanvraag voor dubbele kinderbijslag moet worden ingediend, en dat de mogelijkheid voor dubbele kinderbijslag pas sinds 1 januari 2015 bestond. Aangezien de dochter in het eerste kwartaal van 2015 18 jaar werd, kon er voor latere kwartalen geen recht meer bestaan op kinderbijslag. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep ongegrond.
De uitspraak benadrukt het belang van het indienen van een formele aanvraag voor dubbele kinderbijslag en de voorwaarden waaronder deze kan worden toegekend. De Centrale Raad van Beroep heeft de beslissing van de rechtbank bevestigd en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.