ECLI:NL:CRVB:2017:1052
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening wegens gebrek aan spoedeisend belang in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 maart 2017 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker, die eerder bijstand ontving op grond van de Wet werk en bijstand. Het college van burgemeester en wethouders van Hengelo had de bijstand van verzoeker beëindigd en teruggevorderd, wat leidde tot een hoger beroep van het college tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. T. Geerdink, verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij financiële problemen ondervond door het uitblijven van bijstandsbetalingen sinds september 2015.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker geen actueel spoedeisend belang had. Ondanks zijn financiële problemen, die hij onderbouwde met schulden, bleek dat hij bij zijn ouders in Borne woonde en geen bijstand had aangevraagd bij het college daar, wat zijn situatie verergerde. De voorzieningenrechter concludeerde dat verzoeker zelf verantwoordelijk was voor zijn financiële situatie en dat er geen aanleiding was om een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek werd dan ook afgewezen, en de voorzieningenrechter deed uitspraak buiten zitting, zonder veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van een actueel spoedeisend belang bij verzoeken om voorlopige voorzieningen en de verantwoordelijkheid van de aanvrager in het verkrijgen van bijstand.