Uitspraak
OVERWEGINGEN
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) aan appellanten, die sinds 12 februari 2012 bijstand ontvingen. De gemeente Achtkarspelen heeft een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de bijstand, nadat er signalen waren dat appellant zonder toestemming bezig was met de voorbereidingen voor een eigen bedrijf. Uit het onderzoek bleek dat appellanten meer voertuigen op naam hadden staan dan zij bij hun aanvraag hadden opgegeven. Dit leidde tot de conclusie dat appellanten niet volledig inlichtingen hadden verstrekt over hun vermogenspositie, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld.
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, die het beroep van appellanten ongegrond had verklaard. De Raad oordeelt dat appellanten de op hen rustende inlichtingenverplichting hebben geschonden door het bezit van meerdere voertuigen niet te melden. De Raad stelt vast dat appellanten niet aannemelijk hebben gemaakt dat de voertuigen een lagere waarde vertegenwoordigen dan de voor hen geldende grens van het vrij te laten vermogen. De Raad wijst het beroep op dringende redenen om van terugvordering af te zien af, omdat appellanten hun stelling dat terugbetaling tot ernstige financiële problemen zou leiden niet hebben onderbouwd.
De uitspraak bevestigt dat de intrekking van de bijstand en de terugvordering van de gemaakte kosten rechtmatig zijn, en dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.