ECLI:NL:CRVB:2016:877
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstandsuitkering na niet ingeleverde gegevens en huisbezoek
In deze zaak gaat het om de intrekking van de bijstandsuitkering van appellant, die vanaf 17 januari 2012 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De intrekking vond plaats na een opschorting van de bijstand omdat appellant niet op een afspraak was verschenen en geen gevraagde gegevens had ingeleverd. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college van burgemeester en wethouders van Amstelveen terecht de bijstand heeft ingetrokken. Appellant had de kans om de gevraagde gegevens in te leveren, maar heeft hiervan geen gebruik gemaakt. De Raad stelt vast dat de klantmanager appellant in de gelegenheid heeft gesteld om alsnog de benodigde informatie te verstrekken, maar dat appellant dit heeft nagelaten. De Raad concludeert dat het college bevoegd was om de bijstand in te trekken op basis van artikel 54, vierde lid, van de WWB, omdat appellant niet heeft voldaan aan de verplichtingen die aan de bijstandsverlening zijn verbonden. De rechtbank had de bestreden besluiten van het college terecht vernietigd, maar de rechtsgevolgen van die besluiten in stand gelaten. Het hoger beroep van appellant wordt afgewezen, en het verzoek om schadevergoeding wordt eveneens afgewezen.