Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
HD
DÉCISION
groupe d’assurés.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 maart 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam. De appellante, woonachtig in Marokko, had een aanvraag ingediend voor een nabestaandenuitkering krachtens de Algemene nabestaandenwet (ANW) na het overlijden van haar echtgenoot. De Sociale verzekeringsbank (Svb) had deze aanvraag afgewezen, omdat de echtgenoot ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, wat door de Centrale Raad werd onderschreven.
De feiten van de zaak tonen aan dat de echtgenoot van appellante in Nederland had gewoond en gewerkt, maar na 1988 permanent in Marokko verbleef. De Svb stelde dat er geen recht op een nabestaandenuitkering bestond, omdat de echtgenoot niet verzekerd was op het moment van overlijden. Appellante voerde aan dat zij en haar echtgenoot nooit waren geïnformeerd over de mogelijkheid van een vrijwillige verzekering en dat zij de premies alsnog wilde betalen. De Svb gaf aan dat het hoger beroepschrift ook als een verzoek om deelname aan de vrijwillige verzekering werd gezien, maar dit verzoek was afgewezen.
De Centrale Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de Svb de aanvraag om een nabestaandenuitkering terecht had afgewezen. Appellante had geen nieuwe feiten of omstandigheden aangedragen die de zaak in een ander licht zouden stellen. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken. De partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.