ECLI:NL:CRVB:2016:651
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- M.S. Boomhouwer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag voor Wsw-indicatie op basis van medische en arbeidskundige beoordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 februari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De appellante had op 1 augustus 2012 een aanvraag ingediend voor een indicatie op grond van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had deze aanvraag op 13 november 2012 afgewezen, omdat appellante niet tot de doelgroep van de Wsw behoort. Ondanks haar beperkingen werd zij in staat geacht om ten minste twintig uur per week te werken, mits het werk beperkt bleef tot lichte, zittende werkzaamheden met af en toe de mogelijkheid om te vertreden. De noodzakelijke aanpassingen konden binnen een reguliere werkomgeving worden gerealiseerd.
Appellante ging in bezwaar tegen deze afwijzing, maar het Uwv handhaafde zijn standpunt in een bestreden besluit van 9 april 2013. De rechtbank verklaarde het beroep tegen dit besluit ongegrond. In hoger beroep stelde appellante dat haar gezondheidsklachten ernstiger zijn dan eerder aangenomen en dat zij slechts één tot twee uur per dag iets kan ondernemen. De Raad oordeelde echter dat er geen aanleiding was om de medische en arbeidskundige onderzoeken onzorgvuldig te achten. De conclusies van de verzekeringsartsen werden bevestigd, en het hoger beroep van appellante werd afgewezen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.