ECLI:NL:CRVB:2016:5144
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afgewezen verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake bijstandsintrekking
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 27 november 2014, waarin haar beroep tegen de afwijzing van haar bezwaar tegen de intrekking van haar bijstandsuitkering niet-ontvankelijk werd verklaard. De Centrale Raad van Beroep heeft op 27 december 2016 uitspraak gedaan. De Raad gaat uit van de feiten dat het college van burgemeester en wethouders van Emmen op 13 december 2013 de bijstand van appellante heeft ingetrokken, met ingang van 12 november 2013. Appellante heeft bezwaar gemaakt, maar dit werd op 20 januari 2014 ongegrond verklaard. De rechtbank heeft op 7 juli 2014 het beroep tegen deze beslissing niet-ontvankelijk verklaard, omdat het niet tijdig was ingesteld. Appellante heeft vervolgens een verzoek om herziening ingediend, dat door de rechtbank is afgewezen, omdat zij geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangevoerd die een herziening rechtvaardigden.
In hoger beroep heeft appellante geen nieuwe argumenten naar voren gebracht, maar zich beperkt tot het herhalen van eerdere gronden. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagt. De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door E.C.R. Schut, in tegenwoordigheid van A. Mansourova als griffier, en is openbaar uitgesproken op 27 december 2016.