ECLI:NL:CRVB:2016:5045
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H. van Leeuwen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WIA-uitkering en arbeidsongeschiktheid na auto-ongeval
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de beslissing van het Uwv met betrekking tot zijn WIA-uitkering. Appellant, die als beveiliger werkte, is op 9 juli 2007 uitgevallen door klachten na een auto-ongeval in maart 2007. Het Uwv heeft vastgesteld dat appellant recht heeft op een loongerelateerde WGA-uitkering, maar heeft zijn mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 39,74%. Appellant is het niet eens met deze beoordeling en stelt dat zijn beperkingen door het Uwv zijn onderschat. De rechtbank Haarlem heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarna appellant in hoger beroep is gegaan.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en de deskundige Hokken, revalidatiearts, ingeschakeld om een onafhankelijk onderzoek te verrichten. Hokken concludeert dat er geen objectieve medische redenen zijn om de beperkingen van appellant te verhogen. De Raad heeft de conclusies van Hokken onderschreven en vastgesteld dat de door het Uwv vastgestelde FML niet te laag is. Appellant heeft geen nieuwe medische gegevens ingebracht die aanleiding geven om aan de conclusies van het Uwv te twijfelen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.