Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bepaalt dat het Uwv aan appellant het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 123,-vergoedt.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg, waarin het percentage arbeidsongeschiktheid van appellant is gewijzigd van 56,26% naar 56,49%. Appellant, die zich op 7 mei 2012 ziek meldde vanwege psychische klachten, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het Uwv dat zijn arbeidsongeschiktheid vaststelde. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) correct was. Appellant stelde dat de rechtbank ten onrechte het verweerschrift van het Uwv had geaccepteerd, omdat dit na de tiende dag voor de zitting was ingediend. De Raad voor de Rechtspraak oordeelde dat de rechtbank in strijd met de beginselen van de goede procesorde had gehandeld door appellant niet de gelegenheid te geven om op het verweerschrift te reageren. Desondanks werd het hoger beroep afgewezen, omdat de Raad geen redenen zag om de zaak opnieuw door de rechtbank te laten behandelen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en veroordeelde het Uwv tot betaling van de proceskosten van appellant in hoger beroep, die in totaal € 1.036,68 bedroegen.