ECLI:NL:CRVB:2016:4923
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake sociale verzekeringsbank
Op 20 december 2016 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 15/1814 WUV-V. De zaak betreft een verzet van appellante, die in Spanje verblijft, tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 14 juni 2016. In die uitspraak werd het beroep van appellante tegen een besluit van de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb) van 24 november 2015 niet-ontvankelijk verklaard. Appellante had in verzet aangevoerd dat zij niet in staat was om de aangetekende brief van de Svb op te halen vanwege gezondheidsredenen en dat zij problemen had met het digitaal indienen van haar beroepschrift.
De Raad heeft echter geoordeeld dat appellante in verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat zij niet in verzuim is geweest. De Raad benadrukt dat het de verantwoordelijkheid van de betrokkene is om kennis te nemen van belangrijke poststukken, ook tijdens een verblijf in het buitenland. Appellante had voorafgaand aan haar vertrek naar het buitenland geen maatregelen getroffen om de afhandeling van post te waarborgen. Bovendien had zij haar beroepschrift ook tijdig per post kunnen indienen, wat haar argument over de digitale indiening irrelevant maakt.
Daarom heeft de Centrale Raad van Beroep het verzet ongegrond verklaard en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier N. Talhaoui, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.