ECLI:NL:CRVB:2016:4877
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van het hoger beroep inzake Zorginstituut Nederland
Op 20 december 2016 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 16/2085 ZVW-V. Deze uitspraak betreft het verzet van appellant tegen een eerdere beslissing van de Raad van 29 juni 2016, waarin het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk was verklaard. Appellant had verzet aangetekend, omdat hij meende dat de termijnoverschrijding niet aan hem kon worden verweten. Hij voerde aan dat hij drukke bezigheden had door het overlijden van een oude schoolvriend en de begeleiding van diens vrouw, en dat de begrafenis kort voor het verstrijken van de termijn plaatsvond.
De Raad heeft de omstandigheden van appellant in overweging genomen, maar oordeelde dat deze niet voldoende waren om te concluderen dat de termijnoverschrijding appellant redelijkerwijs niet kon worden verweten. De Raad stelde vast dat appellant niet in staat was om binnen de gestelde termijn hoger beroep in te stellen, en verklaarde het verzet ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling in deze zaak.
De uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van N. Talhaoui als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.