ECLI:NL:CRVB:2016:4849
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontheffing arbeidsverplichting en procesbelang bij arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die bijstand ontvangt op basis van de Participatiewet, had een verzoek ingediend voor een ontheffing van de arbeidsverplichtingen voor een periode langer dan een jaar. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam had de appellant eerder ontheven van deze verplichtingen, maar slechts voor een jaar, omdat niet was vastgesteld dat hij duurzaam volledig arbeidsongeschikt was. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen dit besluit niet-ontvankelijk verklaard, omdat de appellant enkel een principieel oordeel wenste over de duur van de ontheffing, wat volgens de rechtbank onvoldoende procesbelang opleverde.
In hoger beroep heeft de Raad geoordeeld dat de appellant wel degelijk procesbelang had, aangezien hij een ontheffing voor drie jaar beoogde. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep van de appellant ongegrond verklaard. De Raad heeft vastgesteld dat het gemeentelijke beleid voorziet in een ontheffing van maximaal een jaar, tenzij er sprake is van uitzonderlijke omstandigheden. De appellant heeft echter niet aangetoond dat zijn situatie uitzonderlijk was, en daarom kon het college de ontheffing voor een langere periode niet toekennen. De Raad heeft het bestreden besluit in stand gelaten en het college veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de appellant.