ECLI:NL:CRVB:2016:4803
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand en beoordeling van schuldenlast onder de WWB
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De appellant, die tot 29 augustus 2013 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had bijzondere bijstand aangevraagd voor kosten die voortvloeiden uit te veel ontvangen huurtoeslag. De Belastingdienst had vastgesteld dat appellant € 722,- te veel aan huurtoeslag had ontvangen, en de aanvraag voor bijzondere bijstand werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Arnhem. Het college stelde dat artikel 13, eerste lid, aanhef en onder g, van de WWB in beginsel bijstandverlening voor schulden in de weg staat.
De rechtbank had het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak. De Raad oordeelde dat de aanvraag om bijzondere bijstand terecht was afgewezen, omdat appellant op het moment van de aanvraag nog niet had voldaan aan de kosten die door de Belastingdienst in rekening waren gebracht. De Raad benadrukte dat de WWB het toetsingskader blijft, ondanks de intrekking van de WWB en de invoering van de Participatiewet (PW), omdat de aanvraag vóór de wijziging was ingediend. De Raad concludeerde dat de gronden van appellant in hoger beroep niet slaagden, en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank.