ECLI:NL:CRVB:2016:4763

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
22 november 2016
Publicatiedatum
13 december 2016
Zaaknummer
15/4725 WUV-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake sociale verzekeringsbank

Op 22 november 2016 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 15/4725 WUV-V. In deze zaak ging het om een verzet dat was ingesteld door een appellante uit Duitsland tegen een eerdere uitspraak van de Raad. De Raad had in een eerdere uitspraak op 9 juni 2016 het beroep van de appellante tegen een besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) van 3 april 2015 niet-ontvankelijk verklaard, omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. De appellante had de beroepstermijn van dertien weken met drie dagen overschreden.

Tijdens de zitting was de gemachtigde van de appellante, G.J.L. van Maarseveen, aanwezig, maar hij kon geen toereikende verklaring geven voor de termijnoverschrijding. De Raad heeft vastgesteld dat er geen feiten of omstandigheden zijn die de termijnoverschrijding verschoonbaar maken. Hierdoor heeft de Centrale Raad van Beroep het verzet ongegrond verklaard. De Raad heeft ook geen aanleiding gezien om de proceskosten te veroordelen.

De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer, met T.G.M. Simons als voorzitter en N. Talhaoui als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt op 15 december 2016.

Uitspraak

Datum uitspraak: 22 november 2016
15/4725 WUV-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in artikel 8:55, zevende lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in verband met het geding tussen:
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] , Duitsland (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
Zitting heeft: T.G.M. Simons
Griffier: N. Talhaoui
Ter zitting is niemand verschenen

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht van 9 juni 2016 heeft de Raad het beroep van appellante tegen het besluit van de Svb van 3 april 2015
niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift niet tijdig is ingediend.
De Raad stelt vast dat de gemachtigde van appellante, G.J.L. van Maarseveen, in verzet geen toereikende verklaring heeft gegeven voor het feit dat de beroepstermijn - van in dit geval dertien weken - met drie dagen is overschreden. Ook overigens is niet gebleken van feiten of omstandigheden die leiden tot het oordeel dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) N. Talhaoui (getekend) T.G.M. Simons

SS