ECLI:NL:CRVB:2016:4758
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- M. Hillen
- R. van der Spoel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake intrekking en terugvordering bijstand op grond van de Wet werk en bijstand na niet voldoen aan inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant, die het beroep tegen het bestreden besluit van het college van burgemeester en wethouders van ’s-Hertogenbosch ongegrond heeft verklaard. Appellant ontving sinds 1 juni 2011 bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Naar aanleiding van een signaal van het Inlichtingenbureau dat appellant over meerdere bankrekeningen beschikte, heeft het Team handhaving van de gemeente een onderzoek ingesteld. Appellant heeft niet volledig voldaan aan de verzoeken om informatie en heeft tijdens gesprekken met medewerkers van het Team handhaving geweigerd om inlichtingen te verstrekken, omdat een van de medewerkers zich niet kon legitimeren. Het college heeft daarop de bijstand van appellant ingetrokken en teruggevorderd. De rechtbank oordeelde dat het niet tonen van een legitimatiebewijs door de medewerker appellant niet ontsloeg van zijn verplichting om mee te werken aan de gesprekken en om de gevraagde informatie te verstrekken. In hoger beroep herhaalt appellant zijn standpunt dat hij recht heeft op legitimatie van de ambtenaren, maar de Raad bevestigt het oordeel van de rechtbank dat er geen wettelijke legitimatieplicht voor de medewerkers van het college bestaat. Het hoger beroep wordt verworpen en de uitspraak van de rechtbank blijft in stand.