ECLI:NL:CRVB:2016:4738
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsuitkering wegens onvolledige inlichtingenverstrekking
In deze zaak heeft appellante op 30 december 2014 bijstand aangevraagd op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag heeft de aanvraag op 11 maart 2015 afgewezen, omdat appellante niet voldeed aan de inlichtingenverplichting. Appellante heeft onvoldoende financiële gegevens ingeleverd, waaronder afschriften van haar Bonusrenterekening. Het college heeft het bezwaar tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. De voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag heeft de uitspraak van het college bevestigd, waarop appellante in hoger beroep is gegaan.
Tijdens de zitting op 6 september 2016 heeft appellante, bijgestaan door haar advocaat, haar standpunt toegelicht. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat de financiële situatie van appellante onvoldoende duidelijk was, omdat zij niet alle relevante documenten had ingeleverd. De Raad heeft geoordeeld dat het college terecht de aanvraag heeft afgewezen, omdat appellante niet aan haar verplichtingen heeft voldaan. De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd en het hoger beroep van appellante afgewezen. Er zijn geen gronden voor een veroordeling in de proceskosten.