ECLI:NL:CRVB:2016:4465
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning van en overgang naar een LFNP-functie in het ambtenarenrecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 november 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De zaak betreft de toekenning van en overgang naar een LFNP-functie voor een ambtenaar, die eerder was aangesteld als Senior Medewerker MSC. De appellant, de korpschef van politie, had betrokkene met ingang van 1 juli 2011 aangesteld in deze functie, maar de uitgangspositie voor de matching in het kader van het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP) was niet eerder vastgesteld. De Raad oordeelde dat de appellant zich in redelijkheid op het standpunt kon stellen dat de door betrokkene naar voren gebrachte omstandigheden niet leidden tot een onbillijkheid van overwegende aard. De rechtbank had het bestreden besluit ten onrechte vernietigd, en de Raad verklaarde het beroep van de appellant ongegrond. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd en het besluit van 30 juli 2014 werd gehandhaafd. De Raad concludeerde dat de uitgangspositie van betrokkene per 1 juli 2011 was vastgesteld en dat de formele functiebeschrijving leidend was voor de matching, niet de feitelijke werkzaamheden.