ECLI:NL:CRVB:2016:4242
Centrale Raad van Beroep
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en verzoek om proceskostenveroordeling in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 oktober 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Appellant had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 6 december 2013. Tijdens de procedure heeft appellant zijn hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling. De Raad heeft geoordeeld dat er geen sprake is van een tegemoetkoming in de zin van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat de aangevallen uitspraak zou zijn bevestigd indien het hoger beroep niet was ingetrokken. De Raad heeft het verzoek om proceskostenveroordeling afgewezen, omdat er geen aanleiding was om af te wijken van de vaste praktijk waarbij verzoeken om een overlegprocedure op grond van artikel 13 van het Rijnvarendenverdrag doorgaans worden afgewezen. De Raad heeft tevens opgemerkt dat appellant zich voor vergoeding van het griffierecht kan wenden tot de Sociale verzekeringsbank (Svb).