Uitspraak
13 augustus 2014, 13/5408 ANW-V.
OVERWEGINGEN
22 augustus 2013, 12/6284, terecht niet-ontvankelijk is verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet is betaald.
Centrale Raad van Beroep
Op 20 september 2016 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 13 augustus 2014. Verzoekster, woonachtig in Marokko, had verzocht om herziening van de uitspraak waarbij haar hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Amsterdam niet-ontvankelijk was verklaard vanwege het niet betalen van het griffierecht. Tijdens de zitting op 30 augustus 2016 zijn partijen niet verschenen, inclusief de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb).
De Raad overweegt dat op grond van artikel 8:119, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een onherroepelijke uitspraak kan worden herzien op basis van nieuwe feiten of omstandigheden. Verzoekster heeft echter geen bewijsstukken overlegd die haar stelling ondersteunen dat zij het griffierecht tijdig heeft betaald. De Raad concludeert dat er geen nieuwe feiten zijn gepresenteerd die aanleiding geven tot herziening van de eerdere uitspraak.
De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af en merkt op dat verdere verzoeken om herziening niet zinvol zijn, tenzij verzoekster kan wijzen op nieuw gebleken feiten ten opzichte van het eerdere besluit van de Svb van 27 februari 2009, waarbij haar aanvraag om een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet was afgewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier N. Talhaoui.